Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [17]des HEEREN deel is Zijn volk, [18]Jakob is het snoer Zijner erve. 17. Dat is, den HEERE zeer lief, gelijk den mensen hun erfdeel placht te zijn. 18. Dat is, het volk Israels, van Jakob afkomstig, is God zo na en waard, gelijk mensen hun erfdeel, dat men met snoeren placht af te meten en uit te delen. Zie boven, hfdst.3 vs.4.